Het merendeel van de gemeenten maakt plannen, of voert plannen uit, om te zorgen dat alle peuters gebruik maken van voorschoolse voorzieningen. Ook kinderen van niet-werkende ouders. Dit blijkt uit de eerste Monitor Bereik van voorschoolse voorzieningen in Nederland.
In 2015 werd geraamd dat 40 duizend peuters geen gebruik maakten van voorschoolse voorzieningen. Het Rijk en de VNG hebben bestuurlijke afspraken gemaakt om het bereik te vergroten. Het Rijk stelt daarvoor structureel geld beschikbaar, dit bedrag loopt op tot structureel € 60 miljoen in 2021. Het geld is speciaal bedoeld voor kinderen van niet-werkende ouders en alleenverdieners die niet naar de voorschool of kinderopvang gaan.
Monitor
Het Rijk en de VNG hebben een monitor ingesteld om de ontwikkeling te volgen en om bij te houden hoe gemeenten ouders stimuleren hun peuter aan te melden bij een voorschoolse voorziening. Er is nu een eerste meting gedaan, over twee jaar volgt een nieuwe meting.
Resultaten 0-meting
Uit de meting blijkt onder meer: